Werken & Kaas Werken & Kaas

Voor het laden van batterijen en wisselbatterijen van b.v. een heftruck of elektropalletwagens moet een aparte ruimte of locatie worden gereserveerd. Als er voldoende ventilatie en geen open vuur in de nabijheid is, kan het laden in gewone werkruimtes of magazijnruimtes gebeuren.

Een aparte ruimte “het acculaadstation” moet voldoen aan de volgende eisen:

–          In de zone waar het acculaadstation zich bevindt, moet een verbod op roken en gebruik van open vuur zijn. Dit moet duidelijk aangegeven worden met het verbodsbord “vuur, open vlam en roken verboden”.

–          De indeling moet zodanig zijn dat werknemers die werkzaamheden verrichten in de acculaadruimte geen kans lopen om aangereden te worden door voertuigen. Een mogelijkheid hiervoor is het afschermen van de ruimte m.b.v. belijning.

–          Er moet voldoende ventilatie zijn van dampen en gassen die uit accu’s vrijkomen. Om die reden moeten er voldoende ventilatieopeningen aanwezig zijn. De benodigde ventilatie voor de acculaadruimte wordt berekend met:

Q = 0,11 x N x I

Q = aantal kubieke meters lucht per uur

N = Aantal laadcellen

I = de nominale laadstroom in amperes van de gelijkrichter.

–          Accu’s die meer dan 25 kg wegen, mogen niet met de hand geplaatst worden.

–          Er moeten oogdouches of oogspoelflessen aanwezig zijn voor het bestrijden van accuzuurspatten.

–          Vloer moet vloeistofdicht zijn, i.v.m. morsen van accuzuur.

–          De accuzuurcontainer moet dubbel uitgevoerd zijn of in een opvangbak zijn geplaatst.

–          Men moet de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (voorschort, handschoenen, veiligheidsbril of gelaatsscherm).

–          De ruimte mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden van accu laden, zoals opslag van goederen.

–          De elektrische installatie moet op het benodigde vermogen berekend zijn.

–          De elektrische installatie moet explosieveilig zijn uitgevoerd.

–          Het verdient de voorkeur om de elektrische installatie zo veel mogelijk buiten het laadstation aan te leggen.

–          Plaats een waarschuwingsbord.

–          Voor een acculaadstation moet in principe een RI&E m.b.t. gasontploffingsgevaar worden opgesteld volgens de NEN-EN-IEC 60079-10 en NPR 7910. Dit is niet nodig indien: De acculader voldoet aan de NEN-EN-IEC 60335-2029, de totale energie inhoud van de accu’s kleiner is dan 10.000 Vah, de ruimte adequaat en voldoende wordt geventileerd.

 

Meer informatie:

https://www.stlwerkt.nl/